4 februari 2017 – Column Otto Wijnen: Presence
Hallo, fijn dat je luistert naar dit blog, mijn naam is Otto Wijnen, oprichter van het Nederlands Presentatie Instituut en schrijver van het boek “Help! Ik moet spreken”.
Als je – net als ik – de kans hebt om dezelfde presentatie meerdere keren te geven in korte tijd, dan worden de kleine verschillen tussen de optredens goed zichtbaar. Je merkt het als je de ene keer wat lekkerder voor de groep staat, wat meer reacties uit de zaal krijgt en soms gewoon wat meer lol hebt dan de andere keren.
Je merkt het als je meer verbinding weet te maken. Met het publiek én met jezelf. Je voelt het als je meer aanwezig bent.
Als je het woord “aanwezig” vertaald in het Engels, kom je op het woord ‘presence’. En dat lijkt eigenlijk verdraaide veel op het woord presentatie. Je hebt waarschijnlijk wel eens de kwinkslag gehoord dat je moet zorgen dat jouw presentatie een presentje is voor jouw publiek. En ja, dat wordt het als het je lukt om helemaal in het hier en nu te zijn, met ‘presence’.
Eigenlijk zie dat wel terug in iedere interactie met mensen. Ik betrap me er wel eens op dat ik tijdens een telefoongesprek óók nog eens bezig ben met de computer. En dan kan mijn gesprekspartner natuurlijk onmogelijk het gevoel hebben dat ik dan presence heb. Dat ik dan aanwezig ben. Dat ik aandacht heb. Dale Carnegie stelt in zijn klassieke boek “Zo maak je vrienden en goede relaties” dat de belangrijkste factor voor het bouwen en onderhouden van relaties zit in oprechte aandacht. Dus ook tijdens zo’n gesprek op zo’n netwerkborrel: luister eens aandachtig naar je gesprekspartner zonder direct de vertaalslag te willen maken naar jouw producten of diensten. Vraag maar eens; Waar ben je mee bezig? Waar loop je tegen aan? Wat frustreert je? Ten eerste merkt jouw gesprekspartner zo dat je interesse verder gaat dan “hoe loopt het?” Ten tweede kun je de persoon wellicht helpen. Rechtstreeks met jouw kennis en diensten of doordat je iemand kent die precies de oplossing in huis heeft. En ten derde is dit een prachtig marktonderzoek, want wellicht ontdek je zo wel een gat in de markt voor jouw diensten of producten.
Aanwezig zijn is ook voelbaar aan de eettafel. Wat doet het met jouw disgenoten als je op jouw smartphone zit te kijken? Wat doet het met jouw kinderen als je keer-op-keer het signaal geeft dat de buitenwereld eigenlijk belangrijker is dan zij?
En waar we het net al over hadden: presence speelt natuurlijk een enorme grote rol op het podium. Of jij er helemaal bent of niet, dat voelt jouw publiek haarfijn aan. Ze ervaren direct of jij een uit-het-hoofd geleerd verhaal staat op te dreunen of dat je een vooraf zorgvuldig gestructureerd gesprek met ze hebt. De kunst is om jouw verhaal zo vaak te repeteren, zo goed te structureren, dat je tijdens de opvoering niet meer na hoeft te denken over de inhoud en de volgorde. Doordat je de lijn van jouw verhaal zo goed in je hoofd hebt, ben je in staat om – in rust – waar te nemen wat er gebeurd. Hoe reageren ze? Zie je fronsende wenkbrauwen? Gaan ze lachen? Dankzij jouw voorbereiding kun je dan daarop inspelen. Je staat boven de stof.
Wil jij als je de volgende keer presenteert present zijn? Aanwezig zijn? Dan heb ik hier vier stappen voor je:
1. Bereid je verhaal grondig voor. Verdiep je in jouw doelgroep. Wie zijn het? Wat is hun grootste ambitie? Wat is hun grootste frustratie? Welke kennisvraag hebben ze? Hoe kan jouw presentatie daar antwoord op geven?
2. Ben in verbinding met jezelf. Zorg dat je lekker in je lijf zit. Slaap goed, ga in de dagen ervoor lekker wandelen, de natuur in, lekker sporten. Drink genoeg. En dan doel ik niet op wijn en bier natuurlijk. Let in de uren voor je presentatie op je energieniveau. Ga desnoods even de zaal uit als een spreker energie kost in plaats van oplevert. Kom even lekker in je lijf door te rekken en strekken. Maak je gezicht lekker los en haal een aantal keren lekker diep adem.
3. Kom in verbinding met de zaal. Stel vragen, loop de zaal in, ga in op wat er gebeurd. Reageer op vragen. Geef ruimte aan humor. Vaak komt de lach vanzelf als jij jezelf niet te serieus neemt. Kijk mensen echt aan. Wissel per zinsdeel met je oogcontact. Als je niet weet waar je moet kijken, kies dan vijf punten in de zaal op de uiteinden van een grote W-vorm (links achter, links voor, midden achter, rechts voor, rechts achter).
4. Hou rust. Laat gerust stiltes vallen. En als je het even kwijt bent? Dan ben je het even kwijt. Geen probleem, zeker als je in verbinding bent met jezelf en met je zaal. Dan komen de woorden vanzelf.
Laat me even weten of deze stappen voor jou werken en heel veel succes met jouw volgende presente presentatie!